De Jong, die zich vorige maand tot Europees kampioene kroonde op de 1500 meter, nam maandag voor het eerst deel aan de olympische schaatsmijl. Twee dagen na haar teleurstellende 3000 meter (De Jong werd achtste) hoopte ze maandag het chagrijn weg te spoelen en een gooi te doen naar de olympische titel. In de elfde rit kwam de rijdster van Team Jumbo-Visma tot een tijd van 1.54,82, waarmee ze voorlopig aan de leiding ging.

Die leidende positie raakte ze één rit later alweer kwijt, toen Ireen Wüst de tijd van haar landgenote met anderhalve seconde (1.53,28, olympisch record) wist te verbeteren. Na vijftien ritten bleek niemand meer aan deze tijd te komen, waardoor Wüst zich voor de zesde keer in haar carrière tot olympisch kampioene mocht kronen. Het zilver ging naar Miho Takagi (1.53,72) en het brons naar De Jong.

"Het is jammer en frustrerend dat ik hier niet de perfecte race heb gereden, maar als je met een niet perfecte rit brons wint, mag je daar gewoon heel blij mee zijn", vertelde een trotse De Jong na afloop van haar 1500 meter. "Als je hier staat, wil je de beste race laten zien die je in je hebt en dat is niet gelukt. Ik voel me niet zoals ik me op het OKT voelde en merk dat ik niet de energie kwijt kan die ik erin wil stoppen. Dat is jammer."

Desalniettemin kon De Jong trots zijn op de prestatie die ze twee dagen na haar achtste plaats op de 3000 meter had geleverd. "Ik heb me na mijn teleurstellende 3000 meter herpakt en daar ben ik onwijs blij mee. Ik mag hier zeker trots op zijn." De Jong komt dit toernooi nog twee keer in actie. Volgende week dinsdag rijdt ze de Team Pursuit en volgende week donderdag verschijnt ze aan de start van de 1000 meter.